Vraag es' geld!

Elke zaterdagmiddag, zo tegen vier uur s ’middags, vindt bij schietvereniging ”Willem Tell” te S. een ritueel plaats. De bar, tot dat tijdstip meestal leeg, wordt dan snel bevolkt en weldra is er geen barkruk meer onbezet.

De mensen aan de bar hebben dan maar één doel: wachten tot ze klaar zijn en opgediend kunnen worden. Tot het zover is, wordt er weinig gepraat, ook de muziek wordt zachter gezet.

Kom je op dat tijdstip het gebouw binnen, dan kijk je tegen een muur van ruggen op. Vragen worden niet beantwoord, bestellingen worden niet opgenomen.

De aan de bar zittende mensen hebben wel wat anders te doen dan drankjes bestellen: alle ogen en alle aandacht zijn gericht op de plaats waar medelid Arie K. in een hoek van de keuken bezig is met het bereiden van zijn specialiteit: gehaktballen.

Niet zómaar gehaktballen, maar volgens kenners waarschijnlijk de beste, en zeker de lekkerste uit in de wijde omgeving.

Zijn de ballen klaar en opgediend, dan volgt het eigenlijke consumeren.

Er zijn liefhebbers die hun bal, zo van het bord, in één keer opslokken. Anderen bedelven hun bal eerst onder mosterd of mayonaise alvorens hem op te eten. Weer anderen snijden de bal in kleine partjes, en dopen elk partje in een saus.

Twee liefhebbers nemen altijd een linnen servet mee, spreiden dat voor zich uit op de bar, zetten het bord met de bal op het servet, halen hun eigen bestek tevoorschijn, en leggen dat keurig neer: vork links, mes rechts.

Ligt alles op z’n plaats, dan worden de ballen met de grootste nauwkeurigheid en chirurgische precisie, aangesneden.

Elk hapje wordt minstens tien  keer gekauwd alvorens het wordt doorgeslikt. Die leden zullen ook nooit mayonaise of een andere saus gebruiken, dat gaat ten koste van de delicate smaak van de ballen, zeggen ze.

Tijdens het eten is aan de bar alleen maar gegrom, gesnuif en gesmak te horen, afgewisseld door het getinkel van glas, als er een slokje Spa blauw met ijs wordt genomen.

Want dat is ook een regel van het huis: bij de gehaktballen zijn alleen kraanwater of Spa toegestaan.

Soms wordt een uitzondering gemaakt voor iemand die iets sterkers wil; bijvoorbeeld Cola light.

Maar die iemand moet dan wel met heel goede argumenten komen, daar is Arie heel streng in.

De échte liefhebbers, en dat zijn de meeste, laten het niet bij één bal, bestellingen van twee of drie ballen, zijn heel gewoon.

Het kan niet anders; het ‘Balritueel’ raakte ook buiten de deur bekend, er zijn altijd wel niet-leden die, aangestoken door enthousiaste verhalen van leden, zelf wel eens zo’n bal willen proberen.

Maar ze krijgen niet de kans; als je geen lid bent wordt je niet bediend; je bent voor Arie en de mensen voor de bar, gewoon lucht.

Wat de vaste kern wél is toegestaan: ze mogen hun bestelde en opgediende gehaktballen mee naar huis nemen, met een maximum van twee, zogenaamd om er thuis van te genieten. Maar de werkelijke reden is, dat ze in de eigen keuken proberen de gehaktballen van Arie na te maken.

Is het recept dan zo geheim? Welnee!

Ieder van de vaste kern ballen-eters die dat wil, mag bij Arie in de pannen kijken, mag aantekeningen maken, mag zelfs foto’s nemen.

 

Maar niemand doet dat: niemand wil het, als heilig geziene ritueel van het bakken, ontheiligen.

En wat de ‘Thuisbereiders’ aangaat: niemand is het tot nu gelukt om ook maar in de buurt van de smaak van Arie’s gehaktballen te komen.

 

Toen, op een zaterdagmiddag,  meldde zich een introducé. Het was een goede kennis van één van de vaste leden en werd door deze geïntroduceerd. Hij stelde zich voor als Steven. Steven K., om precies te zijn. Het was een man van middelbare leeftijd; ik had zijn gezicht meer gezien, maar kon het niet thuisbrengen.

Steven schoot onder begeleiding wat proefrondjes met een .22 geweer, was gul met rondjes geven, was een gezellige prater en liet zich kennen als een leuke vent. Arie had zich teruggetrokken  in de keuken om met de ballen te beginnen.

De bar zat ondertussen vol, en al gauw kwam uit de keuken de heerlijke geur van gebraden gehaktballen.

Even later waren  de ballen klaar om opgediend te worden. Tot verbazing van de vaste kern van balleneters serveerde Arie ook een bal aan Steven. Hij zette het bord voor hem neer, met daarop een grote, glanzende, volmaakt ronde en heerlijk geurende gehaktbal.

Het was “De Moederbal,” zo noemde Arie altijd de eerste bal die uit de pan kwam. De andere liefhebbers keken jaloers toe, en je zag ze denken: nog niet eens lid, en nu al de Moederbal!  Maar Arie was natuurlijk niet gek; hij wist iets wat de anderen op dat moment nog niet wisten.

Steven bekeek de bal van alle kanten, rook eraan, zoog lucht in en liet die weer ontsnappen, snoof nogmaals.

Wij, de vaste leden, de kenners, keken belangstellend toe.

Toen haalde Steven  uit de binnenzak van zijn leren jasje een leren etuitje tevoorschijn, opende dat en haalde er vervolgens een sierlijk bewerkt mes en dito vork uit. Uit een andere binnenzak haalde hij een satijnen servet. Die vouwde hij open en legde hem naast zijn bord.

Hij pakte het mes en de vork, sneed zorgvuldig een plakje van de bal af en stak dat voorzichtig in zijn mond.

Toen fixeerde hij zijn ogen op een vast punt achterin de bar en leek in trance te raken. Niets bewoog aan hem; hij kauwde niet, haalde geen adem, knipperde niet met zijn ogen.

Na wat ons wel een half uur duurde, kwam er weer leven in hem, en hij begon voorzichtig te kauwen. Ook zoog hij weer lucht naar binnen. Eindelijk slikte hij, en sloeg zijn ogen op naar het plafond. Zijn ogen straalden en zijn gezicht vertrok in een brede glimlach. Maar toen deed hij iets eigenaardigs: hij pakte een pincet uit zijn borstzak, een vergrootglas, een vulpen en een blocnote.

Met het pincet plukte hij voorzichtig een stukje uit de gehaktbal en begon dat met het vergrootglas te bestuderen. Hij vergat daarbij niet om af en toe een ander stukje van de gehaktbal in zijn mond te stoppen.

Wij keken stom verwonderd toe: waar was die man mee bezig?

Eindelijk scheen hij klaar te zijn; hij legde het pincet en het vergrootglas op de satijnen doek, en maakte aantekeningen in het blocnote. Toen hij klaar was met noteren at hij met smaak de rest van de gehaktbal op.

Na de laatste hap zuchtte hij van welbehagen, rolde mes en vork in het servet en borg het op in het leren etui.

Ook het pincet, het vergrootglas en de blocnote werden weer opgeborgen.

We hadden zijn verrichtingen met belangstelling gevolgd, zo iemand ontmoet je immers niet elke dag!

Toen zei Steven  tegen Arie: “Dus dat zijn jouw gehaktballen.” “Ja, dat zijn ze” zei Arie, die nooit lang van stof was.

“Er mankeert maar één ding aan, en dat is de naam.” zei Steven.

“Hoe zou de naam dan wel moeten zijn?” vroeg Arie. Steven ging rechtop zitten. “Dit was geen gehaktbal, dit was een gehaktdelicatesse. Dit was het summum van vleesbereiding. Dit was een tongstrelend culinair hoogtepunt op vleesgebied. En ik kan het weten, ik zit in het vak.”

Plotseling herkende ik Steven, hij was de eigenaar van een bekend restaurant in het dorp. Een paar weken geleden was hij nog uitgebreid geïnterviewd door een landelijk dagblad, met foto’s en al.

Natuurlijk: het was Steven K!  Hij was ook sponsor van onze schietvereniging, dat ik hem niet direct herkend had!

Steven wendde zich tot Arie en zei: “De faam van jouw gehaktballen is ook in mijn restaurant doorgedrongen. Ik werd nieuwsgierig en wilde ze zelf ook wel eens proberen. Mijn mensen hebben gelijk: dit zijn gehaktballen van wereldklasse!

“Jij kwam dus niet in de eerste plaats om te schieten?” vroeg Arie.

“Nee,” zei Steven,  “ik  kwam voor de gehaktballen.”  Arie snoof. We wisten dat Steven een grote fout had gemaakt, want bij Arie komt het schieten wél op de eerste plaats.

“Dus dat schieten van jou, dat was komedie? “ vroeg Arie.

“Ja, dat was de enige manier om achter het geheim van jouw gehaktballen te komen.” zei Steven.

“En, ben je er achter gekomen?” vroeg Arie. “Nee, “zei Steven. “Er zitten geen ingrediënten in die ik niet ken. Het is in feite een heel gewone gehaktbal. En toch is de smaak heel speciaal; er zit iets in dat ik niet thuis kan brengen. Wil je mij het recept verkopen?”

Arie lachte. “Zelfs als ik je het recept zou verkopen, zou je ze niet kunnen maken zoals ik het doe. Dus vergeet het maar.”

Maar Steven was een volhouder. “Arie, ik kan het betalen, noem een bedrag, vraag-es geld!”

“Nee!” zei Arie, “sommige dingen zijn niet te koop.”

Steven zag wel in dat Arie het meende en hield er over op; even later ging hij weg. Een week later was hij er weer, en hij had geluk: hij kreeg weer een bal, zij het niet de Moederbal, die hij vervolgens met veel smaak verorberde.

Toen hij klaar was met eten, haalde hij een chequeboek tevoorschijn, en legde dat op de bar.

“Arie, vul je bedrag in, verkoop mij het recept!”

Arie lachte en zette een druipend glas bier op het chequeboek.

Steven keek verwondert in het rond, maar ontmoette alleen afwijzende gezichten.

Toen wist hij genoeg, hij tilde het bierglas van zijn chequeboek, veegde het droog en borg het op. Vervolgens groette hij ons, stond op en verliet het gebouw. We hebben het er nog met Arie over gehad. En hij vertelde wat wij allang wisten: “Ik maak die gehaktballen met liefde, en dat ingrediënt is niet te koop!”

Steven komt nog regelmatig bij de vereniging. Hij schiet niet meer, maar steeds krijgt hij een gehaktbal, zij het niet de moederbal. Want intussen is zijn identiteit, en ook zijn belang voor de vereniging, algemeen bekend geworden; hij is sponsor van de vereniging. Arie wist direct wie hij was, vandaar de moederbal. Steven is ook een sportieve man: hij is nog steeds sponsor van de vereniging.

Maar om het recept van de gehaktballen heeft hij nooit meer gevraagd.