Respectloos

Is het jullie ook opgevallen dat mensen steeds minder respect voor elkaar hebben? En nog minder respect voor ouderen?

Ja, ik ben een ‘oudere’ en al heel wat jaren lid van een schietvereniging bij mij in het dorp.

Ik ben verreweg het oudste, nog actieve lid.

Maar ook in mijn schietvereniging heeft respectloosheid, helaas,  zijn intrede gedaan. Het begint al bij de ingang. Je moet bellen, de barman ziet op een monitor wie er voor de deur staat, en drukt op een knop. Dan gaat de buitendeur van het slot en kan je naar binnen. Nogmaals: de barman ziet wie er voor de deur staat. Hij  ziet ook mijn persoontje, een kromgegroeide oude man.

En toch duurt het soms wel drie of vier seconden voordat hij op de knop drukt. Drie of vier seconden staat deze oude man te blauwbekken voor de deur, omdat de barman zijn praatje met iemand aan de bar niet wenst te onderbreken.

Gebrek aan respect noem ik dat!

Dan het inschrijven. We hebben op schietavonden een griffier. Die schrijft de schutters in, geeft kaarten en munitie uit, regelt de betalingen. Soms is het druk bij de balie van de griffier; dan staan er wel vier of vijf mensen op hun beurt te wachten. En dan kom ik, en ik moet achteraan sluiten. Denk maar niet dat ook maar één schutter zegt” Ga maar voor, Cees.” Nee hoor, deze oude man moet achteraan sluiten!

Dan sta je uiteindelijk, na genoemde vertragingen op de baan.

Ik hou van zwartkruit schieten. Het ritueel: kruit in de loop van mijn voorlaad pistool gieten, een loden rondbal in de loop stoppen en aanstampen, een percussiekapje plaatsen, richten en afvuren. Die knal, die rook, die geur, prachtig om te doen!

Vorige week was het weer zover, ik ging zwartkruit schieten. Bij de schietbaan aangekomen drukte ik op de bel. En jawel, wéér drie seconden wachten, en toen, eindelijk, ging de deur open en kon ik naar binnen.

Nu is het mijn gewoonte om eerst koffie te drinken voordat ik ga schieten. Maar de bar zat vol schutters, er waren alleen maar ruggen te zien en was geen plek meer vrij. Nou moet je niet denken dat er ook maar iemand opstond en zei: “Cees, hier is nog een plekje vrij, kom er gezellig bij!” Nee hoor, ze bleven zitten kletsen en zagen mij niet staan. Over respect gesproken!

Nou, dan maar geen koffie. Ik liep naar de griffier en legde mijn papieren op de toonbank. Maar de griffier had het druk met zijn mobieltje en het duurde zeker drie seconden (!) voordat hij tijd voor me had. Ik had dus al de smoor in.

In de eigenlijke schietruimte aangekomen zag ik dat alle banen bezet waren,

ik moest dus wachten. Tegen de wand van de schietruimte staan drie stoelen, en die waren allemaal bezet door wachtende schutters.

Nee hoor, niemand die opstond en mij, een oudere man, ‘zijn’ stoel aanbood. Respect voor de ouderdom? Daar hadden die mensen nooit van gehoord. Dus het was staan geblazen.

Na ongeveer zes minuten staan wachten kwam er eindelijk een baan vrij en kon ik mijn pistool gereed maken om te schieten.

Ik schoot goed op twaalf meter, van de tien schoten raakten zes de kaart:  tweeën, vieren en een enkel prachtschot: een vijf!

Achter me stond de een medeschutter geïnteresseerd te kijken naar mijn mooie verrichtingen. Ik merkte dat en bood hem een schot aan.

Hij accepteerde, en nam het geladen pistool van me aan. Ik zei tegen hem: “De trekker is alles of niks, geen waarschuwing.” Hij knikte, bracht het pistool omhoog, richtte, en vuurde.

Door de rookontwikkeling was de schijf even niet te zien en ik dacht niet dat hij de schietkaart, schietend met een vreemd wapen, geraakt had. De man drukte op de knop van het baantransport en de schijf kwam terug naar het schietpunt.

Ik zei nog troostend: “Nou ja, met een vreemd wapen!”

Maar tot mijn grote, onaangename verrassing: hij had een tien geschoten, een tien!

Hij lachte, maar ik was razend! In plaats dat hij had gedacht: ik betuig respect aan die oude man die me zijn wapen uitleent voor een schot, ik zal niet eens proberen de kaart te raken, had hij de euvele moed om mij te vernederen door een tien te schieten! Met opzet! Hij had maling aan me, toonde geen enkel respect, en door te lachen wreef hij ook nog zout in de wond.

Hij had ook nog de euvele moed om te zeggen: “Een goed wapen, schiet perfect!” Daarmee trapte hij mijn schietprestaties in de grond; het toppunt van respectloosheid. Ik heb hem niet gefeliciteerd, maar heb mijn spullen ingepakt en ben weggegaan. Nu overweeg ik om het schieten eraan te geven. Een vereniging die geen respect betoont aan het oudste lid, is niet mijn vereniging.

Geef toe dat ik gelijk heb!