De wapenwet

De Wet Wapens en Munitie, ofwel de Wapenwet, is ontworpen om onbeheerst gebruik van wapens en/of munitie tegen te gaan, dan wel te verbieden.

Maar hoe wordt het naleven van diezelfde Wapenwet getoetst, en door wie? Natuurlijk, regelmatig kunnen goedwillende sportschutters bezoek van controleurs verwachten, en wordt er wel eens een illegaal wapen in beslag genomen.

Maar het grote kwaad, de niet- of nauwelijks zichtbare wapens, en de niet- of nauwelijks zichtbare munitie, wie let daarop? Wie controleert dat?

Om dit schaduwgebeuren te lijf te gaan, heb ik de Toetsings Commisie Wapenwet, afgekort T.C.W., in het leven geroepen. Zelf ben ik voorzitter en enig lid. Ik doe dit werk buiten mijn reguliere werkzaamheden om (ik ben Milieu Consulent). Enkele voorbeelden van de doelstellingen van de T.C.W.:

 

Artikel 16 sub 7. van de Wapenwet zegt: Voorwerpen die gelijkenis met wapens en/of munitie vertonen, vallen onder de Wet Wapens en Munitie, en dienen als zodanig te worden beschouwd en behandeld.

Dus: Een boomtak die op een geweer lijkt, dient onverwijld te worden gemeld, onder toezicht afgezaagd en door gecertificeerde medewerkers te worden afgevoerd.

En: Voorwerpen die gelijkenis vertonen met munitie, bijvoorbeeld een korte dikke balpen (geweerpatroon!) dienen te worden gemeld, door de Explosieven Opruimings Dienst (E.O.D) te worden verwijderd en vernietigd.

En: Voorwerpen die gelijkenis vertonen met zware munitie, bijvoorbeeld een struisvogelei (handgranaat!) idem dito.

En: Groen gekleurde etensborden (land- of tankmijnen!) idem dito. In het laatste geval dient het huis van de bewoners, evenals de belendende percelen, te worden ontruimd en de omgeving worden afgezet. Dit zijn enige voorbeelden van de controletaken die de T.C.W. zich gesteld heeft. En dan heb ik het nog niet over de touchpennetjes waarmee je een mobieltje kunt bedienen: die lijken toch sprekend op slagpijpjes! En slaolie: nitroglycerine! En roomboter: Semtex springstof! De T.C.W. zou ook graag zien dat woordenboeken worden aangepast: woorden als ‘bom, geweer, pistool patroon, dynamiet, kruit, granaat’ dienen uit deze boeken verwijderd te worden. De T.C.W. heeft herhaaldelijk getracht zijn voorstellen in de Tweede kamer onder de aandacht te brengen, maar tevergeefs: men was niet geïnteresseerd!

 

Een bijzonder ergerlijk geval van negeren van de Wapenwet deed zich een paar weken geleden voor.

Ik was op het terrein van een grote oud ijzerhandel te Y. om de gevolgen voor het milieu van een grote stapel schroot in de buitenlucht te onderzoeken.  

En daar, op dat opslagterrein, bovenop een stapel oud ijzer, lag een verdacht uitziend  buisvormig voorwerp, met aan het uiteinde een verdikking, dat ik meende te herkennen. Ik klom op de stapel schroot, en bekeek het eens goed. Op de dikwandige buis stonden de volgende stempels: 88 mm FLAK. Friedrich Krüpp Metall Werke. Essen. Het was de loop van een kanon! Ja, u leest het goed: een kanón! Het was compleet met kulas, mondingsrem en sluitstuk en dat sluitstuk was gesloten!

Nu zegt de Wapenwet in Artikel 29. sub 3: Totdat het tegendeel is bewezen, dient een vuurwapen als geladen te worden beschouwd. En bij dat kanon was dat duidelijk het geval!

Bovendien wees de mondingsrem op de voorzijde van de loop naar een afgemeerd vrachtschip, dat in een vlakbij gelegen haven afgemeerd lag. Goede raad was duur, wat te doen? Het sluitstuk proberen te openen was geen optie, dat zou trillingen kunnen veroorzaken. En iedereen weet de gevolgen van schokken en/of trillingen bij onstabiele springstoffen: dat kan spontaan tot detonatie overgaan. En ik moest aannemen dat, als het kanon geladen was, de springstof in de granaat onstabiel zou zijn!

Er moest handelend worden opgetreden, en wel onmiddellijk! Eerst moest de monding van het kanon in een veilige richting worden gedraaid; weg van het schip. Het kostte me grote moeite en veel kracht, wankelend op  de schroothoop, om de loop stukje voor stukje te verdraaien; waarbij ik er wel voor zorgde nooit vóór de monding te komen.

Eindelijk was het me gelukt, de loop wees in een veilige richting.

Toen klom ik omlaag en zocht de opzichter van de opslagplaats op, en vertelde hem van het kanon en aan welk groot gevaar de afgemeerde vrachtvaarder was ontkomen.

Maar de opzichter zei me dat ik niks te zoeken had op de schroothoop, die was alleen toegankelijk voor werknemers van het bedrijf. Ik wees hem op Artikel 29 van de Wapenwet, maar hij lachte me vierkant uit! Hij had het over een ongevaarlijk stuk oud ijzer. Schande, sorry dat ik het zeggen moet.

Sindsdien mijd ik het stadje B. en de daar gevestigde Bazaar, ik rij er met een grote boog omheen. Want er ligt een 88 mm kanon gevaarlijk te wezen!