Brief aan het bestuur van Schietvereniging Willem Tell te Bunschoten-Spakenburg

Geacht bestuur,

 

 

Graag breng ik het volgende onder uw aandacht. Als Baancommandant (ook wel Veiligheidsfunctionaris genoemd, ikzelf ben het nu al twéé keer geweest!) is me het volgende opgevallen.

In de eerste plaats: er wordt op de schietbanen gepraat, terwijl de leden op die banen geacht worden te schieten. Dat praten kost tijd, al die tijd brandt het licht en in de winter extra energie voor de verwarming. Ik zie dat als een nutteloze verkwisting.

Daarom stel ik voor om een tussentijdse wapencontrole (T.W.C.) in te voeren. Zoals het nu gaat, worden de wapens na het eigenlijke schieten ter controle aan de Veiligheidsofficier aangeboden. De schutter verlaat daarna de baan met een ontladen wapen.

Bij de (door mij aanbevolen) tussentijdse wapencontrole (T.W.C.) heeft de Veiligheidsfunctionaris het recht om elk wapen dat, om welke reden dan ook, niet in gebruik is (er wordt op dat moment dus niet mee geschoten maar er wordt waarschijnlijk wel gepraat), tussentijds te controleren. Het gecontroleerde wapen mag daarna niet meer gebruikt worden, en de schutter wordt geacht de schietbaan te verlaten. De Veiligheidsfunctionaris ziet daar op toe. Het verwachte resultaat is dat er dus op de schietbaan alleen maar geschoten wordt en niet meer gepraat. 

Dit zal ongetwijfeld tot een aanzienlijke energiebesparing leiden.

 

In de tweede plaats erger ik me mateloos aan het geluid van het baantransport: 

Het zoemen van 9 mm pistoolpatronen, het tikken van .223 geweerpatronen, het fluisteren van .22 kogels, het valt in het niet bij het afschuwelijke geluid van het baantransport, dat verfoeilijke schuren, dat schrille snerpen, dat walgelijke gezoem.

Ik stel daarom voor het gebruik van het baantransport te beperken. Dat houdt in dat het baantransport alleen gebruikt mag worden om de schijf vanaf het schietpunt naar de vereiste afstand te laten gaan. Pas als er minimaal vijf schoten op de schijf zijn afgevuurd, mag deze teruggehaald worden, niet eerder! Het tussentijds terughalen van de schijf dient dus verboden te worden. Om toch de treffers te kunnen zien/beoordelen dienen in de kantine aanwezige leden (die toch maar zitten te praten) aangewezen te worden om naast de schijven te gaan staan waarop geschoten wordt. Elke treffer wordt door deze functionaris ( de Schiethulp ofwel S.H) aangegeven door middel van opgestoken vingers.

Naar verwachting zal aanwijzen niet nodig zijn; er zullen genoeg vrijwilligers zijn.

Desgewenst zal aan de schutters met minder goede ogen een baankijker ter beschikking worden gesteld. De veiligheidsfunctionaris dient een aantal van deze kijkers ter beschikking te hebben.

 

Ik meen door de voorgestelde maatregelen een aantal knelpunten te hebben weggewerkt en verwacht dat het bestuur ze unaniem goedkeurt.

 

Hoogachtend,

 

C.W. Nestra

 

 

(Ervaren Veiligheidsfunctionaris).